- Peultje “Vroege Hendrik”
Peultjes ‘Vroege Hendrik’:
Een middelvroege, rondzadige peul van 120 cm hoog, die lichte vorst verdraagt en lichtgroene malse peulen produceert. In de volle grond vanaf maart op regels zaaien voor een latere oogst op regels van 40 cm met om de 10 cm een erwt.
Bonen
Spaanse pronkboon met opvallende rode bloei. Wordt vaak als klimmende sierplant gebruikt. De 30 à 40 cm lange peulen zijn goed eetbaar als snijboon of in stukjes gesneden in jong stadium.
De klimmende pronkboon wordt aan bonenstaken geteeld. De staken zijn ongeveer 300 cm lang. Bonenstaken kunnen afkomstig zijn van de wilg, bamboe (tonkinstokken), maar ook takken van de hazelaar en andere houtige gewassen voldoen.
Meestal gaan ze drie jaar mee. Daarna is de onderkant verrot en zijn ze te kort geworden.
De wilgenstaken breken na drie jaar ook makkelijk. De staken kunnen in twee rijen als een hok gezet worden, zoals op de foto of met drie of vier aan elkaar gebonden.
De plantafstand is 30-50 cm in de rij en 120-140 cm tussen de rijen. De pronkboon wordt ter plaatse gezaaid vanaf 15 mei tot eind juni. Meestal worden één tot twee zaden per staak gelegd. Bedek de zaden met ongeveer 1cm aarde.
Bij meer zaden per staak treedt later veel bloemrui op, vooral bij warm en droog weer.
Ook kunnen de planten voorgetrokken worden en later buiten uitgeplant. Bij voortrekken worden eind april twee zaden in potten van 12 cm diameter gelegd. Na opkomst wordt eventueel één kiemplant weggeknepen. Half mei (na de IJsheiligen) wordt er uitgeplant.
Pronkbonen doen het ook fantastisch in de pot op het balkon of terras, u kunt ze namelijk gemakkelijk langs de spijlen van een balkonafrastering leiden of gebruiken als eetbaar windscherm op het terras.
De oogst begint eind juli en duurt tot eind augustus. Voor latere oogst moet half juni nog een keer gezaaid worden. Hiervan kan dan vanaf de derde week van augustus tot de eerste nachtvorst geoogst worden.
De peulen moeten elke week geplukt worden, omdat anders de peulen te oud worden en er geen nieuwe peulen meer gevormd worden.
Staakbonen ‘Mechelse tros”
Een oudere, maar smakelijke en productieve variëteit. Staakbonen zijn klimplanten en worden aan stokken omhoog geleid.
Plaats om de 60 cm stokken van 2,5 meter hoog in rijen op 120 cm van elkaar. De uiteinden samenbinden en versterken met een dwarsligger. Leg op een diepte van 3 à 4 cm 6 tot 8 bonen in een cirkel rond iedere stok en dek af met losse aarde. Zaaien bij droog weer, in opgewarmde grond (>15 °C), geen nachtvorst. Van zaaien tot oogsten gemiddeld 60-65 dagen.Vroeger oogsten door binnenshuis voor te zaaien en uit te planten vanaf half mei. Pluk de boontjes gespreid in de tijd.
struikbonen “Limburgse vroege”
Limburgse vroege of Saxa is een Belgische of Nederlandse struikprinses uit 1925. Ze is nog steeds een veel geteelde variëteit omwille van de vroege oogst, goede ziekteresistentie en lekkere draadloze peulen.
Stoksnijbonen “Helda” (Phaseolus coccineus)
Betrouwbaar en goed resistent ras met weinig vlies in de 25 cm lange, platte en brede peulen zonder draad. Kleur peul is lichtgroen. Helda is wat later dan de nieuwere variëteit Algarve. Voor een vroege oogst onder glas zaaien (maart/april) . Bonen houden van warmte en teveel wind en nachtvorst zijn zeer schadelijk. Zaaien of uitplanten ná half mei in de vollegrond. Stokken dakvormig plaatsen en bij elke stok ca. 5 zaden planten en de planten later omhoog begeleiden. Zaaitijd:in volle grond :mei
Erwtjes Maestro
februari tot en met april is de ideale teeltperiode om te starten met erwten. Laat de erwten 24 uur weken in een laagje water. De droge erwten nemen heel veel water op waardoor ze al een voorsprong hebben bij het kiemen. Maak een geultje van een tweetal centimeter diep en leg om de vier cm een zaadje. Het geultje toedekken en lichtjes aandrukken met de hand of een blokje hout. Erwten worden dikwijls in dubbele rijen gezaaid met een onderlinge afstand van dertig centimeter. Tussen deze dubbele rijen zit dan 60 cm (lage) of 120 cm (hoge) afstand.
Erwtjes kelvedon: Een middelvroege, half hoge (60 cm), kreukzadige doperwt. Kan evt. zonder gaas worden geteeld. Deze doperwt geeft een grote oogst van kromme peulen. Voorzaaien onder glas vanaf half januari voor een vroege oogst. Voorgezaaide planten afharden en eind maart uitplanten.
In de volle grond vanaf maart op regels zaaien voor een latere oogst op regels van 40 cm met om de 10 cm een erwt.
freesen type1