Wortelgewassen

Aardappelen

Aardpeer “Helianthus tuberosus”: Wees voorzichtig met bemesting : te veel mest bevordert de bladgroei en gaat ten koste van de opbrengst aan knollen. Aardperen willen op schrale bodem ook nog wel groeien.
Aardperen hebben een gunstig effect op de structuur van de grond: die wordt aanmerkelijk losser.

koolraap
Koolraap ‘purple vienna’

Koolraap ‘Purple Vienna (ook koolrabi genoemd) zaaien maart t/m juli. Bijzondere groente met een heerlijke lichte nootachtige smaak. De paarse knollen hebben wit knapperig vruchtvlees. Zeer veelzijdige groente, kan zowel rauw als gekookt worden gegeten.

 

 

Prei ‘Blue de solaise’:Deze sterke en vorstbestendige variëteit is ideaal voor winteroogst. Vormt dikke en halflange schachten met een blauwachtig blad. Zaaien: april-mei

Prei Winterneuzen: Zaaien: april-mei – oogst november

Prei blauwgroene winter Allium porrum : Zaaien: april-mei – oogst november

Radijsjes: 5 soorten beschikbaar gesteld door de zadenwerkgroep van Velt

Radijsjes zaai je in volle grond vanaf eind maart,  in rijtjes, niet te dik. Bedek met wat aarde en geef dan regelmatig water. Een beetje afhankelijk van de periode/temperatuur kiemen radijsjes dan binnen 5 tot 14 dagen Radijsjes hebben het liefst een wat lichtere grondsoort, op onze vette klei willen ze, zeker in de zomerteelt, nog wel eens voos worden, of een wat vezelige harige onderkant krijgen.

Voldoende en regelmatig vocht is belangrijk, zodat de radijsjes gestaag door kunnen groeien. Veel voeding hebben ze niet nodig; pas op met stikstof want dat geeft veel lof maar weinig radijs. We geven zelf (na uiteraard de gebruikelijke basisbewerking van het onderspitten van oude stalmest of compost), een handje patentkali voor de ontwikkeling van de knolletjes.

 

wortelenWortelen ‘Amsterdamse bak’

Smaakvolle en fijne wortel. Geschikt om vroeg en laat in het seizoen te zaaien. Wordt jong geoogst, wanneer de wortel ongeveer 15 cm lang is.

Zaai in een diep bewerkte, vruchtbare grond in rijen op 25 cm van elkaar en dun uit in de rij tot op 5 cm. Zaaidiepte: maximaal 1 cm. De vroegste zaai in april in volle grond. Behalve het perceel onkruidvrij houden vragen wortelen geen bijzondere zorgen.

 

wortelberlikWortelen Berlikumer 2

Grovere wortel, tijdig te zaaien (voor half juni) omwille van de langere groeiduur. Winterwortel voor langdurige bewaring. Zaai in een diep bewerkte, vruchtbare grond in rijen op 25 cm van elkaar en dun uit in de rij tot op 5 cm. Zaaidiepte: maximaal 1 cm. Behalve het perceel onkruidvrij houden vragen wortelen geen bijzondere zorgen.

 

Uien telen
Als je kiest voor plantuien, dan moet je weten dat de teelt uit 2 delen bestaat: enerzijds die van de eerstejaars uien, anderzijds die van de tweedejaars uien. Met andere woorden: het 1ste jaar kweek je de ajuien op: je zaait ze en laat ze groeien tot het tijdstip van planten aangebroken is, het 2de jaar plant je ze.

Zaai de eerstejaars tussen eind maart en begin april in geultjes van een paar centimeter diep en met een onderlinge plantafstand van 1 à 1,5 centimeter. Laat 20 centimeter vrij tussen de geulen.

  • Als de uien beginnen te groeien, hoef je ze niet uit te dunnen.
  • Oogst de bolletjes met een gemiddelde doorsnede van 10 à 20 millimeter tijdens de 2de helft van de maand juni. Trek de hele uitjes daarbij uit de grond.
  • Laat de uitjes drogen opdat het loof van de uitjes afsterft.
  • Is het loof afgestorven, dan snij je het vlak boven het uibolletje af, zo voorkom je rotten.
  • Sla de bolletjes tussen augustus en maart op. Zorg voor de juiste bewaartemperatuur, die is afhankelijk van het ras.
  • In maart plant je vervolgens deze tweedejaars uien: idealiter zorg je voor rijen waarbij je een onderlinge afstand van 30 centimeter aanhoudt, tussen de uien laat je 10 centimeter vrij.
  • Druk de bolletjes aan in de losgemaakte grond en bedek ze met een fijn laagje aarde.
  • Houd het groentebed van de uien de volgende maanden onkruidvrij.
  • Eventueel kan je een arme ondergrond bijmesten met kunstmest.
  • De uien oogsten kan vanaf begin juli: het zijn dan licht gekleurde bollen met groen loof.
  • Later oogsten behoort ook tot de mogelijkheden: je oogst de uien dan vanaf half augustus, nadat het loof afgestorven is.